TDC is een programma van Enabel, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap.

29945915997_525772618d_k

“Bij Belvas bestaat oneerlijke chocolade niet”

Sinds de oprichting in 2005 maakte Belvas (een samentrekking van België en ‘Valeur Ajoutée pour le Sud’ – toegevoegde waarde voor het Zuiden) van eerlijke handel zijn handelsmerk. “Als een klant ons om niet-fairtrade chocolade vraagt, leggen we uit dat we die gewoon niet hebben”, vertelt Thierry Noesen, de oprichter van het bedrijf.

Al bijna twintig jaar lang maakt Belvas op ambachtelijke wijze 100% fairtradechocolade, die bovendien grotendeels biologisch is. “Vanaf dag één, toen ik een kleine chocoladefabriek in Dottenijs overnam die op het punt stond te sluiten, heb ik mijn grondstoffen via fair trade ingekocht. Ik zag het als mijn plicht om ervoor te zorgen dat de telers een eerlijke prijs kregen voor hun cacao”, aldus Thierry Noesen, de oprichter en directeur van het bedrijf. “Bovendien hebben al onze producten een fairtradelabel, terwijl tal van andere chocoladefabrieken alleen aan fair trade doen als een klant erom vraagt”, voegt hij toe. “Wij hebben gewoon geen chocolade die niet fair trade is.” Belvas verkoopt zijn producten niet alleen rechtstreeks via de website van het bedrijf, maar brengt ze ook op de markt via hoofdzakelijk biowinkels. Hoewel de Verenigde Staten en Duitsland de belangrijkste afzetmarkten zijn, blijft de chocolademaker uit Gellingen ook populair op zijn thuismarkt. Zo is België nog steeds goed voor 15% van de verkoop.

“We maken allerlei soorten chocolade”, legt de directeur uit. “We zijn begonnen met pralines en ontwikkelden daarna geleidelijk ook repen, truffels, producten voor warme chocolademelk enz. Kortom, we maken uiteenlopende producten, maar streven altijd naar een zo direct mogelijk contact met de teler. Dat geldt zowel voor cacao als voor hazelnoten, kokos enz.”

“Met ons biologische assortiment zitten we al aan het leefbaar inkomen, voor non-bio is dat bijna het geval”

Wanneer Belvas cacao uit Latijns-Amerika haalt, voegt het zijn volumes toe aan die van Oxfam Fair Trade en koopt het altijd biologische cacao aan via de Belgische leverancier Belcolade (Puratos). Het bedrijf betaalt er 3500 USD per ton voor, of zelfs 4500 USD per ton voor biologisch-dynamisch geteelde bonen, voegt Thierry Noesen toe. Als de chocolatier cacao uit Ivoorkust haalt, is een klein deel ervan ook biologisch geteeld. Belvas laat het vervolgens aan de boeren zelf over om de prijs te bepalen die zij toereikend vinden. “En als we ‘non-bio’ kopen in Ivoorkust, betalen we natuurlijk de Fairtrade-premie (ongeveer 240 USD, n.v.d.r.) bovenop de basisprijs. Meestal betalen we ook de ‘Cacao-Trace’-premie, een initiatief van Puratos: ongeveer 166 USD rechtstreeks voor de boer boven op de ‘on-farm’ prijs, die dit jaar 1660 USD per ton bedraagt, net als 100 USD extra voor de coöperatie”, vervolgt de directeur van Belvas. “


Voor dat deel van onze aankopen, dat goed is voor zo’n 20% van het totaal, zitten de telers nog steeds niet helemaal op het leefbaar inkomen. Dat schatten we op 2500 USD per ton”, geeft de CEO toe. “We hebben ook een eigen programma: ‘Direct Cocoa’. Via die weg kunnen we een extra premie van 1100 USD per ton rechtstreeks aan de boeren betalen, maar helaas zijn we er dit jaar niet in geslaagd om die ambitie bij onze klanten over te brengen … Dat moet in de toekomst beter, maar jammer genoeg maakt het huidige economische klimaat het er niet makkelijker op. We kunnen dus niet stellen dat we het leefbaar inkomen betalen voor niet-bio. Dat is wél het geval voor de biologische sector.”

Toegevoegde waarde voor het Zuiden

“Naast het feit dat we een eerlijke prijs betalen voor de cacao zelf streven we ernaar om meer stadia in het bonenverwerkingsproces naar de landen van het Zuiden te verplaatsen”, voegt Thierry Noesen tevreden toe. “Daarom hebben we de afgelopen jaren twee dergelijke projecten opgezet, een in Peru en een in Ivoorkust.” In beide gevallen hanteert Belvas dezelfde logica: de economische ontwikkeling in het Zuiden stimuleren.

Het eerste project betreft een samenwerking met de coöperaties Acopagro en Norandino en de telers in het dorp Armayari, waar onlangs met steun van de Peruaanse overheid een fabriek werd gebouwd voor de verwerking van cacaobonen (roosteren, malen en massaproductie van cacao).  “En in Ivoorkust helpen we een fabriek van hetzelfde type te bouwen in het centrum van het land, in Daloa. Dat doen we in samenwerking met de lokale coöperatie Ecookim, vandaar ook de naam KimVas”, legt de directeur van Belvas uit.

Hij wijst op de ecologische voordelen die cacaomassa importeren in plaats van bonen biedt. “Er kan ongeveer anderhalf keer meer massa in een container dan bonen, zodat de CO2-voetafdruk van het transport aanzienlijk afneemt. Bovendien hoeven er geen insecticiden te worden gebruikt.”

“Zelfs één dorp helpen, vergt een enorme inspanning” 

Belvas genereert een jaaromzet van ongeveer 11 miljoen euro. Zo’n 400.000 euro van dat bedrag vloeit terug naar de telers in de vorm van verschillende Fairtrade- en biologische premies enz. “Als onze fabriek in Ivoorkust klaar is, komt daar nog eens 400.000 euro bij”, voegt Thierry Noesen tevreden toe. In de kleinhandel zullen 960 biologische telers een totale jaarlijkse premie krijgen, die als volgt wordt verdeeld: 150.000 euro aan Fairtrade-premies, 187.000 euro aan biologische premies, 80.000 euro aan Direct Cocoa-premies en 45.000 euro van het Fonds de Soutien aux Producteurs en Conversion (FSPC), gefinancierd met de winst van KimVas.

“Het is bijzonder motiverend om te beseffen dat we met een bedrijf dat slechts 11 miljoen euro waard is bijna 1 miljoen euro voor de telers kunnen realiseren. Dankzij de schaalvoordelen kunnen we als organisatie veel meer bereiken dan als individu.” De projecten van Belvas in Peru en Ivoorkust staan echter niet in voor de volledige cacaotoevoer. De chocolademaker blijft zich ook bevoorraden bij grote spelers in de sector, en dat heeft alles te maken met flexibiliteit, smaakdiversificatie en financieringsfaciliteiten.

“Maar de echte limiet is mijn verkoopvolume”, betreurt de directeur. “Als ik een container van 24 ton voor een hogere prijs inkoop, is dat natuurlijk heel positief voor de telers. Maar een coöperatie produceert vaak twintig containers per jaar … Bij ons project in Peru bijvoorbeeld is slechts één dorp betrokken, waarvan we de volledige productie kopen. Dat komt neer op ongeveer dertig ton en dat is al erg veel voor ons. Die hoeveelheid vertegenwoordigt echter slechts 29 telers. En die coöperatie alleen al telt er … 4000. In zekere zin kan ik dus maar één dorp helpen, en dat kost me al heel veel moeite.”

“Alles begint bij de consument”

Toch zijn al die inspanningen essentieel, al was het maar om de toekomst van de sector veilig te stellen. Naast de klimaat- en milieurisico’s die al zwaar wegen op de sector, wijst Thierry Noesen op nog een ander gevaar: de cacaoboeren haken af. “In Afrika is het tegenwoordig winstgevender om hevea te planten voor de rubberproductie dan om cacao te telen. Op lange termijn kan dat slecht nieuws betekenen voor de hoeveelheid cacao en de kwaliteit ervan. Als we over twintig jaar nog steeds lekkere chocolade willen, dan moeten we ervoor zorgen dat de teler er nog van kan leven.” Daarbij is een sleutelrol weggelegd voor de consument, zowel de particulier als de overheid, aldus de directeur van Belvas. “Mijn collega’s zullen dit waarschijnlijk niet graag horen, maar het is niet dankzij de industrie dat de dingen veranderen. Het is net de consument die alles in beweging brengt. Gelukkig wordt die zich er steeds beter van bewust dat hij door zijn aankoopgedrag verandering teweeg kan brengen.”

Interview gerealiseerd door Anthony Planus van Enabel’s Trade for Development Centre 
Copyright: Belvas
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Deze website gebruikt cookies om uw gebruikerservaring zo aangenaam mogelijk te maken.