TDC is een programma van Enabel, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap.

Overhandiging brief HRDD_4 feb

Ministers Kitir en Dermagne ontvangen brief van 60 ondernemingen voor wetgeving due diligence

60 ondernemingen en bedrijfsfederaties richten een brief aan de overheid waarin ze vragen om een nationaal wettelijk kader op te stellen dat bedrijven verplicht om hun verantwoordelijkheid te nemen in het respecteren van mensenrechten en milieu in hun toeleveringsketens. Ze worden hierin ondersteund door het Trade for Development Centre van Enabel en Fairtrade Belgium.  

Op donderdag 4 februari, hebben minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir en vice-premier en minister van Werk en Economie Pierre-Yves Dermagne de brief in ontvangst genomen aan de JBC-vestiging van Evere uit handen van Ann Claes (JBC) en Bruno Van Steenberghe (Kalani), beide mede-ondertekenaar.  

Voor Ann Claes, CEO van Claes Retail Group, waarvan JBC deel uitmaakt, is “duurzaamheid een breed en complex gegeven en spelen partnerschappen daarin een essentiële rol. Daarom geloven we in de noodzaak van een wettelijk kader. Zo blijven duurzame initiatieven van ondernemers en bedrijven niet enkel een druppel op een hete plaat. We merken dat toekomstige generaties hun stem meer en meer laten horen voor de wereld waarin zij willen leven. En het is aan ons om daarnaar te luisteren én te handelen.” 

Volgens verschillende recente marktstudies eisen de Belgen transparantie en respect voor mens en milieu. Zo geeft de studie van GFK uit 2019 aan dat 62 % van de Belgen van mening is dat bedrijven hun activiteiten moeten uitvoeren met respect voor de mensenrechten en het milieu (1).  

“Sociale, economische én ecologische duurzaamheid zou geen optie mogen zijn, maar een verplichte basisnorm voor bedrijven om te kunnen werken,” vult Bruno Van Steenberghe aan. “Wij hebben nood aan een juridisch kader om deze verandering te versnellen, want de tijd dringt.” Er is inderdaad haast bij: de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) schat dat wereldwijd 45,8 miljoen volwassenen het slachtoffer zijn van moderne slavernij. Daarnaast zijn er 150 miljoen kinderen die illegaal werken, waarvan 73 miljoen in gevaarlijke omstandigheden zoals bijvoorbeeld in de ontginning van ertsen. Bovendien veroorzaken de productie van bepaalde grondstoffen (zoals palmolie, cacao en koffie) en het verven van stoffen in de textielindustrie ernstige milieuschade (water- en bodemvervuiling, ontbossing …). De wereldwijde Covid-19 crisis zal deze situatie nog doen verergeren en de ongelijkheden vergroten als er niet snel wordt ingegrepen. 

Belgische bedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan internationale ontwikkeling en grote delen van onze economie zijn afhankelijk van de invoer van grondstoffen. We kunnen dus niet blind blijven voor wat er in de toeleveringsketens gebeurt. Dat is ook de reden waarom steeds meer bedrijven zich engageren om een positieve maatschappelijke rol te spelen en het Belgische SDG-Charter (2) voor internationale ontwikkeling ondertekenen. 

Zonder een wettelijk kader staat de deur open voor oneerlijke concurrentie 

Het voorkomen, identificeren en actief bestrijden van schendingen van de mensenrechten en het milieu in internationale ketens brengt kosten en investeringen met zich mee. Een wetgeving biedt ook stimulansen, beloont inspanningen en creëert zo een gelijk speelveld tussen bedrijven. 

“Bijna 8 jaar zijn verstreken sinds het Rana Plaza drama in Bangladesh, toen 1.134 arbeiders omkwamen door het instorten van hun onveilige textielateliers. Sindsdien zijn er door de sector enkele vrijwillige initiatieven genomen, en zien we meer steun voor bindende wetgeving. Maar er is meer nodig”, zegt minister Pierre-Yves Dermagne. “Naast de initiatieven die op Europees niveau en door de VN worden genomen, is een nationaal kader voor due diligence belangrijk. Op dit moment worden op initiatief van de PS-fractie in de Kamer al de eerste stappen in gezet om tot een ambitieus en coherent kader te komen.” 

Frankrijk, Nederland en enkele andere Europese landen hebben niet gewacht op het Europees wettelijke kader om zich te engageren en zelf met wetgeving te komen. Door een ambitieuze nationale wetgeving aan te nemen zou België het Europees reglement nog meer kunnen beïnvloeden. Bovendien kan een Belgische wet bedrijven de nodige impulsen geven om zich voor te bereiden en zich af te stemmen op een markt waar politieke besluitvormers, consumenten en investeerders steeds hogere verwachtingen hebben op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. 

Deze vraag van de bedrijven is ook volledig in overeenstemming met het federale regeerakkoord, waarin staat dat: “… de regering een voortrekkersrol zal spelen in de uitwerking van een Europees wetgevend kader inzake zorgplicht. Waar mogelijk zal hiertoe een ondersteunend nationaal kader uitgewerkt worden.”  

“Dit is een schoolvoorbeeld van hoe overheid en privé als volwaardige partners aan hetzelfde zeel trekken. Hoe we samen zaken echt kunnen veranderen. Hoe we samen elkaar kunnen versterken in wat een gedeelde bezorgdheid is. En wie werkt ook écht waarderen, dat is eigenlijk heel simpel. Dat is er alles aan doen om ervoor te zorgen dat wie voor je werkt dit op een goede manier kan doen en zich goed voelt. Want ook daar zit de winst.” besluit minister Meryame Kitir. 

 

Oproep tot wetgevend kader corporate due diligence

Brief gericht aan de federale regering en ondertekend door 60 Belgische ondernemingen en bedrijfsfederaties
Download
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Deze website gebruikt cookies om uw gebruikerservaring zo aangenaam mogelijk te maken.